
Beurse billen in Mandalay - Myanmar
Het duurt even maar dan heb je ook wat. Na ergens vorige week de etnisch bruisende metropool Yangon verlaten te hebben ben ik via via nu te vinden achter een beeldscherm in Mandalay, zo'n 750 km ten noorden van Yangon. Afgelopen maandag heb ik in Yangon Lilian uit Zwitserland leren kennen, een lekker avontuurlijk type kun je wel zeggen.
Vrouwelijke MacGyver in Yangon
Als ze een vrouwelijke variant van MacGyver gaan maken dan hebben ze aan haar een goeie. Om als vrouw solo door Ghana te reizen moet je stevig in je schoenen staan en dat doet ze dan ook. Prima reispartner zullen we maar zeggen en zo zijn we samen per nachtbus afgereisd richting Taunggyi, zo'n 100 km zuid-oost van Mandalay. Van Yangon naar Mandalay loopt de belangrijkste verkeersader van het land, de "1". Zegmaar de A20 of desgewenst route 66 van Myanmar. Aan het uitmuntende rijcomfort van de bus te merken waren het de Romeinen die de laatste hand aan deze weg gelegd hebben. Diepe kuilen op een smal weggetje waar je bij ons je hond nog niet over wil laten lopen maar ach, je hebt de tijd en verkeert in goed gezelschap.
In het holst van de nacht in Kalaw
Enniewee, Taunggy ligt in de buurt van het prachtige Inle Lake. Nu kun je natuurlijk voor de makkelijkste weg kiezen en je door die bus laten droppen in Nyaungshwe (wie kent het niet) maar voor de doorgewinterde avonturier bestaat ook nog de optie om je zo'n 65 km eerder 's nachts om 4:00 de bus uit te laten trappen in Kalaw en van daar uit te voet 80km door de bergen te gaan ploeteren. U raadt het al, deze laatst beschreven optie werd deel van onze reis. Vriendelijk aangestaard door alle mensen die zich met balen rijst, manden vol sinaasappel en kisten vol met eieren in het gangpad hadden gesitueerd en waarvan hun nachtrust ruw verstoord werden door die 2 K..-toeristen (negatief woord naar keuze invullen) die ook nog eens de 2 beste plaatsen in de bus hadden, en wel helemaal achterin. Nee echt vrienden maak je daar niet mee. Maar ach, het is zoals met Duitse toeristen in Nederland. Je ziet ze toch niet meer.
Maar goed, daar sta je dan in het holst van de nacht in het gat dat Kalaw heet en niet meer voorstelt dan 1 lange straat met een markt, uiteraard een klooster vol met monniken en een paar guesthouses. Vanuit het niets stonden daar ineens 2 hopen dekens met een muts op de top. Ergens tussen de dekens en de must konden we nog een paar ogen zien schitteren in het maanlicht. Het bleek een uiterst vriendelijk echtpaar te zijn dat zo gek ik om iedere nacht op dit tijdstip de toeristen op te vangen en een kop thee aan te bieden in hun 'kantoor'. Ik was overigens nog even vergeten te vermelden dat het hier in de bergen stevig koud kan worden 's nachts. En dan hebben we het over een graad of 6. Laten we het zo zeggen dat je de temperatuur hier kunt vergelijken bij een verhoogde staat van opwinding van de Rayon-hoofden in Friesland als het in NL zo koud zou zijn. Omgerekend naar rato....snappen jullie het nog :-). Maar goed, na de koude thee en het eveneens koude kantoor (verwarming dat kennen ze hier niet) hielp Jimmy, de man van het stel, ons naar een guesthouse toe. Een straatje verderop werd daarom een moeke uit haar bed getrommeld en dan voel je je toch wat opgelaten als die kerel een beetje te keer staat te gaan tegen haar of het niet allemaal wat vlugger kan. We namen onze intrek in het Eastern Paradise Motel, breakfast included. Helemaal goed. Volgende morgen (dus na een paar uurtjes pitten) de boel een beetje verkend en een 3-daagse trektocht geboekt bij "Uncle Sam Trekking Service" van Kalaw naar Inle Lake waarnaar we de dag erna zouden vertrekken.
Prachtige omgeving trouwens hier. Erg mooie en afwisselende natuur. Veel afwisselender dan Laos of Thailand bijvoorbeeld maar daar staat weer tegenover dat het hier steenkoud is 's nachts. Samen met een Stefan en Ruth (B) en Diane (USA) en wij zelf natuurlijk zijn we onder begeleiding van gids Sancho en kokkie Tatché de bergen in getrokken. In 3 dagen tijd hebben we erg veel mooi gezien. Mooie foto's kunnen maken van van alles en nog wat. 5 verschillende bergvolken bezocht en bij 1 van hen geslapen. De 2e nacht zelfs nog in een klooster bij monniken gepit. Die nacht werd overigens wat opgeleukt door een colonne ratten die zich hadden verschanst in ons slaapvertrek. Maar met de hulp van Boeddha hebben we de boel toch overleefd (bedankt kerel!). Omdat we de trekking samen geboekt hadden werden we blijkbaar als koppel aangezien en hierdoor werden er niet 3 single en 1 double "bed" opgeleverd maar 2 double en 1 single. Niet dat we dat erg vonden want in de barre kou van Myanmar kan een beetje extra warmte geen kwaad uiteraard. En omdat Diane er op het allerlaatste moment bijgekomen was werden alle dekens niet over 4 maar over 5 personen verdeeld.
Dolle stier tijdens een trekking naar Inle Lake
Ergens tijdens de 2e dag nog opgeschrikt door een dolle stier op een smal bergpad. Stefan en Ruth kwamen ineens terug rennen en ik liep met Tatché m'n Birmees nog wat op te vijzelen. Het dier bleek losgebroken te zijn. Met wat ouderwetse stokslagen werd het dier tot bedaren gebracht en via een rots kon ik er langs. Toen Stefan er lang wilde werd het dier toch weer wat nooddruftiger (toch iets tegen belgen zeker dat dier). De rest is toen maar via de onderliggende rivierbedding omgelopen.
Niet veel later kwamen we bij het Inle Lake aan en hadden we er dus bijna 80km te voet op zitten. Die kok kon trouwens voortreffelijk koken. Het gebied waar we ons bevonden is "Shan State" waar het Shan volk woont, een van de vele etnische groepen in Myanmar en de Shan-keuken is echt lekker. In Yangon was ik nog gewaarschuwd door een Amerikaanse en een Fransman dat het eten in het noorden slecht zou zijn. Nou die Fransen moeten eens afstappen van dat chauvinistische gedoe...blijf anders lekker in Frankrijk en stop een baguette avec fromage in je.....(ook hier heeft u de Birmese vrijheid om een woord naar keuze in te vullen).
Inle Lake
Het Inle Lake is een behoorlijk groot meer dat in de regenperiode op z'n grootste is. In de droge tijd (nu dus) slinkt de omvang en ontstaat er een soort buitenste ring (eentje waar het nieuwe ADO-stadion jaloers op zou zijn). Die ring vormt dan een enorm moeras waar complete dorpjes gebouwd staan (floating villages) en zelf landbouw plaatsvind (floating gardens). Met een mengsel van (zee)wier en klei maken boeren smalle dijkjes naast elkaar waar ze met hun bootje tussendoor kunnen varen. Zo worden hier tomaten en diverse graansoort gekweekt (staat dat ook ergens in die boeken van je Rogier?) gaaf om te zien. Na een stevige doch prachige bootrit van 1,5 uur door de moerassen en uiteindelijk het meer hebben we Diane gedropt bij haar resort. Diane was toch wel het prototype Amerikaanse toerist dat met de creditcard van papa op zak lekker 2 weken op vakantie was. Ipv een guesthouse van een dollartje of 10 boekte madame tuurlijk een super-sjiekdefrielem-lodge in een resort direct aan het meer van $60. Maar verder een prima meid hoor (maar zit dan ook niet te mekkeren dat je voor die trekking $7 en een $8 per dag wilt betalen!). Wij werden een stuk verderop gedropt in Nyaungshwe. De boot dropte ons bij "Queen Inn" Inle Lake direct aan de rivier gelegen en ideaal want dat was de naam van het guesthouse waar Uncle Sam onze bagage zou droppen. Een leuk bungalowtje aan het water betrokken. Dat de boel wat gehorig was omdat ongeveer alle boten van en naar het meer hier langs kwamen mocht de pret niet drukken. Wel die 4 Franse toeristen die tot diep in de nacht de boel wakker gehouden hebben met een volume dat ik in Zuidoost Azië nog niet eerder gehoord heb, ja ja reizen valt niet mee.
Pitten bij Queen Inn bij Inle Lake
Het Queen Inn guesthouse werd gerund door Ma Sue en haar man Ko Myo. Supervriendelijke mensen ook weer. Heerlijke pancakes maken ze in elk geval als ontbijt wat hier bijna overal inclusief is in de kamerprijs, een lekker stukje gemak en zo werkten wij daar in de heerlijke ochtendzon de nodige banana pancakes weg met wat verse groene thee dat hier op iedere straathoek groeit. De dag erna (ergens eergisteren geloof ik ofzo, ik ben de tel in dagen al lang kwijt natuurlijk) hebben we nog 2 fietsen gehuurd bij Nu Mhé, de postmaster van de town annex fietsverhuurder annex alles wat je maar wilt hebben. Al snel beschikten wij over 2 riante bolides en op weg gingen wij. Een slechter zadel kun je je niet voorstellen en de beroerde wegen werken niet bepaald compenserend. 2 Blauwe kadetjes waren al snel het gevolg. Na een minuut of 20 brak een van de trappers van de fiets van Lilian af maar 100 meter verderop bij een paar hutjes kregen we zo te leen de fiets van het moeke aldaar mee. Erg vriendelijk ook weer. In de trend van "zie maar wanneer ie weer terug komt" vertrokken we richting de "Hotsprings" dat volgens de Lonely Planet iets bijzonder zou moeten zijn. Na een paar uur fietsen in de verstikkende hitte (toch raar die extremen in temperaturen tussen dag en nacht) kwamen we daar aan en na een trap-klimpartij kwamen we boven aan bij een tempel (een van de honderden die we inmiddels in heel Myanmar al gezien hadden). Nix niet, veel hot weinig spring. Bleek dat we er aan de voet van de trap gewoon langs gelopen waren. Het stelde dan ook niet veel meer voor van een modderpoel met een doorsnede van hooguit 3 meter. Waarom dat in een reisgids vermeld staat weet ik niet maar de fietsrit was mooi en 2 blauwe billen heb je ook niet elke dag. Na de rit terug naar 'huis' en een verfrissende douche (alles is stoffig hier) maar weer eens wat gaan eten maar niet voordat ik m'n moeder gebeld had want die werd 'vandaag' (9-12-2006) 60 jaartjes. Telefoon en Internet zijn niet de sterkte punten van de infrastructuur en zeker niet in een afgelegen moerasgebied. De lijn was dan ook dramatisch en werkte meer niet dan wel. Internationaal bellen is sowieso nog iets dat hier niet gebruikelijk is. Telefoon hebben veel mensen niet, gehuchtjes hebben echt nog 1 centraal telefoonpunt en degene die er het dichtst bij woont rent dan naar buiten en roept degene waar het voor is. Maar goed, het bellen lukte helaas niet. Ik heb m'n moedertje wel gehoord maar zij mij niet. Volgens de dame van het telefoon-ethablisement lag dat dan aan het Europese telefoonnetwerk want in Myanmar was alles top geregeld. Wel $5 armer want dat kost een minuutje internationaal bellen hier en omdat de verbinding tot stand gekomen is moet je toch betalen. Het liefst zou je tuurlijk de fik in zo'n bel-pandje steken maar dat dan we dan toch maar weer niet.
Na het bezoeken van een mooi natuurgebied vol stupa's/pagodes gisteren uiteindelijk vertrokken met Lilian naar Mandalay waar we vanmorgen vroeg aangekomen zijn. Onderweg om 3:00 nog even door een army-checkpost uit de bus getrokken voor een traditionele Birmese ondervraging, paspoorten 3 keer doorgebladerd etc. en we mochten weer verder. Internet hier werkt redelijk, al moet er wel een aggregaat aangeslingerd worden om de apparatuur van het nodige wattage te kunnen voorzien. Verder beetje rondkijken wat er hier allemaal te doen is. Ik groet u allen weer en hoop dat de taai-taai en chocolade letter goed gesmaakt hebben. Sterkte in de regen daar!
- Brother Louis