
De Cameron Highlands - Maleisië
Na de VOC potpourri van Malakka dat over een niet noemenswaardig strand beschikte werd het tijd voor een echt strand. Pulau Tioman beschikt over zo'n strand, meerdere zelfs. De naam van dit eiland doet bij Expeditie Robinson liefhebbers mogelijk een belletje rinkelen. Maar liefst 7 seizoenen lang werd dit populaire tv programma op dit eiland opgenomen. Tijd om eens te checken hoe het met mijn Robinson skills stond.
Zakjes vol aan boord richting Pulau Tioman
Lonely Planet omschreef dat er ieder uur wel een bootje naar het paradijs vertrok vanuit de nietszeggende plaats Mersing. De werkelijkheid beperkte zich tot een dagelijkse beschikbaarheid van de schuit. Na een nachtje verplicht Mersing mocht ik me daarom de volgende morgen rond 10:00 uur bij de pier melden.
De leeskrant boven de entree was veelbelovend. Er werden namelijk hoge golven voorspeld tot en met zaterdag. De hele week dus nog. En de overtocht was daarmee niet helemaal zonder gevaar. Zeker met de wetenschap dat er door ongelukken in het verleden nog maar één bootmaatschappij naar Pulau Tioman mag varen en wel onder overheidstoezicht. De ideale omstandigheden om de eerste Robinson skills op de proef te stellen. Als extra wedstrijd element stond de airco aan boord zoals gebruikelijk in veel Aziatische vervoermiddelen, op de ijsblokjes-aanmaak-stand.
Al snel na vertrek kwamen de voorspellingen uit en kwamen we in heftig weer terecht: veel wind en hoge golven. Voor het aanwezige bootpersoneel overigens business as usual dus geen reden tot paniek, wel tot het ophangen van een puike voorraad kotszakjes. En die vonden gretig aftrek. Om in de Robinson-competitie te blijven mogen er uiteraard geen zakjes gebruikt worden. Het aantal afvallers was dan ook flink. De enorme afvalemmer waar een en ander in gedeponeerd kon worden ook overigens. Daarmee was de huiskamervraag waarom er zo'n groot vuilnisvat op een boot stond ook direct opgelost.
Na 2 uur en 15 minuten i.p.v. de 1,5 uur die de tocht met rustig weer duurt, kwamen we bij de eerste pier aan van Pulau Tioman dat via diverse stranden aan de westkant bereikbaar is. De derde pier was mijn eindbestemming en die bereikten we heelhuids.
Surfen bij Juara Beach
Met een brullende 4x4 werd ik daarna naar het oostelijk gelegen Juara Beach gebracht. Geen zonsondergangen dus, wel surfbare golven. En dat was gezien het monsoon-seizoen waardoor er dus vooral veel bewolking in de lucht hing, de enige reden om die kant op te gaan.
Monsoon seizoen betekent meestal ook laagseizoen. De meeste resorts waren daarom ook dicht of hadden een zeer beperkt aantal gasten. Tim's Beach Shack, eigendom van een oude Australische surfgod had nog een handje vol surfdudes een aanverwante lui te gast. Het enige beschikbare onderkomen waren een paar hutten die het instorten redelijk nabij waren.
De beschikbare surfplanken waren in dezelfde staat. Surfles kon wel gegeven worden maar Tim's gaf zelf geen les meer. Te relaxt om ook nog maar iets uit te voeren hahaha. De overigen surfers voerder overigens ook bar weinig uit. Oh nee, er werd veel gepokerd. Dat werd me diezelfde middag ook direct maar even bijgebracht. Geinig spelletje en langs niet zo ingewikkeld als het er op TV uit ziet.
Na een paar dagen had ik het op Pulai Tioman wel gezien. Weinig verder te beleven en dus weer met de schommelboot terug naar het vaste land. Samen met een Zwitserse jongen die met een Sri Lankaanse dame rondreist verlieten we The Beach Shack en overleefden we de boottocht. De golven waren inmiddels gelukkig een stuk rustiger. Vanuit Mersing scoorden we nog snel 3 van de nog 5 beschikbare bustickets naar Kuala Lumpur en zoefden we binnen no-time weer in uiterst comfortabele stoelen met een take-away meal van allerlei heerlijke groenteprutjes naar de Maleise hoofdstad.
Hiken door de Cameron Highlands
Wat me in Malakka al was opgevallen is dat veel hotels en guesthouses stampvol zaten. Ook bij terugkomst in Maleisië liep ik daar tegenaan. Gelukkig bood de Booking.com app uitkomst met de 'beschikbare hotels in de buurt' optie. En 10 minuten laten stond ik voor de receptie van de Casavilla Travellers Lodge. Uiteraard had de hitte van Kuala Lumpur me alweer te pakken en was ik blij dat de bij de receptie aanwezige koelkast met uit de brand hielp met een steenkoude halve liter Kingfisher bier.
En ik kwam er na het in-checken pas achter dat Casavilla Travellers Lodge direct om de hoek bij het busstation lag waar ik de volgende dag de bus naar de Cameron Highlands wilde nemen. Na een voortreffelijke maaltijd van vers gegrilde vis, een lokale nasi variant werd ik nog op krachten gebracht door een top massage van een doofstom persoon waar met wat handgebaren toch prima mee gecommuniceerd mee kon worden.
De volgende morgen dus met de bus naar de Cameron Highlands dat op 500m hoogte wat aangename frisheid geeft. De Cameron Highlands, daar ga je naartoe om te hiken en om thee te drinken. Verder is het ook de groentetuin van Maleisië en een van de weinig plekken waar een klimaat heerst waar aardbeien uiterst goed gedijen en veen tuincentra zijn. Een veelzijdig gebied dus.
De bus bracht me naar het plaatsje Tanah Rata, het episch-centrum van de Cameron Highlands. Op een paar straten na stelt het plaatje bar weinig voor en kom je hier vooral om te wandelen. Een Canadees wist me te vertellen dat het huren van een gids, die je overal kunt huren, eigenlijk onzin is en dat je alle 9 beschikbare routes prima zelf kunt lopen. Ik liet me de volgende dag daarom voor het 2.50RM, omgerekend toch wel zo'n 70 eurocent in het naastgelegen Brinchang afzetten bij de start van Route 1.
Route 1 ging flink stijl omhoog en bracht me via schitterende uitzichten in minder dan 1,5 uur van 500m hoogte naar ruim 2.000m hoogte over modderige paden en onder dikke boomstronken door. Op de top van de berg kon ik na wat leuke kiekjes van de omgeving een vrij goed verhard pad naar beneden volgen. En omdat ik behalve wat surf pogingen nog weinig echt inspannende activiteiten deze vakantie had uitgevoerd besloot ik de hele rit naar huis te gaan lopen.
De tocht omlaag was eigenlijk wel zo mooi en voerde me langs een aardbeienfarm waar verse aardbeiensap en aardbeienijs voor handen was (en genuttigd werd!), een bloemkoolboer en als toef slagroom op de taart de Boh Tea Estate. Boh is de bekendste en grootste black tea producent van Maleisië, opgericht door een Brit ergens in de jaren '20. De estate spreidt zich uit over meer dan 1.000 hectare heuvellandschap en deed me bij het eerste aanzicht vooral denken aan het landschap van Toscane, shit wat mooi man!
Na een lekkere lunch, ik was al om 8:00 uur met de bus vertrokken, vervolgende ik mijn tocht naar beneden. Bij de provinciale weg aangekomen nog 'even' het stuk naar Brinchang en daarna nog het stuk naar Tanah Rata terug lopen. Bij thuiskomst en wat telwerk kwam het dagtotaal aan wandelkilometers ruim boven de 20 uit. Geen wonder dat m'n voeten een ' voetmassage' alarm afgaven.
Sightseeing Penang
Na wat tenen gepeuter en een zalige Koreaanse maaltijd bij een Japans restaurant in Tanah Rata pakte ik de volgende dag de bus naar Georgetown op het eiland Penang. Daar was ik al eens 1 nacht in 2006 en omdat je in 1 nacht niet erg veel van een eiland ziet was dit een prima gelegenheid om daar verandering in te brengen.
Het Red Inn Penang Guesthouse werd m'n uitvalsbasis. Voor 1 nacht overigens want alles in de buurt bleek alweer goed gevuld te zijn. Maar in elk geval weer een bed voor vanavond. Op het terras werd ik aangesproken door de Nederlandse Saskia uit Amsterdam die aan het begin staat van 3 maanden reizen door Indonesië. Ze was op weg was naar een lokaal filmfestival. Dat leek me ook wel wat en dus besloten we samen te gaan. De grap in Maleisië is, is dat je vooraf niet weet vanuit welke gemeenschap de organisatie afkomstig is. Chinezen schenken namelijk wel alcoholische dranken, Indiërs en Maleisiërs niet. En alle 3 de groepen werden ook in Georgetown goed vertegenwoordigd.
We kwamen er achter de organisatie in elk geval geen Chinese roots hadden op het festival terrein. Het gele bandje dat we bij de entree hadden gekregen was dus in elk geval niet voor onbeperkt bier die avond. Na wat verfrissingen op een terras kwamen we weer terug op het festivalterrein waar inmiddels de prijsuitreiking van de beste film begon. De lokale MC probeerde de aanwezige menigte nog een beetje op te zwepen met enthousiaste teksten en stem verhef maar zelden heb ik een groep toeschouwers zo doods zien reageren op een host van een show. Wat op zich wel weer hilarisch was.
Om het festival nog wat aanzien te geven waren er ook de nodige kopstukken uit de regionale filmwereld ingevlogen en die de uiteindelijke uitreiking mochten doen. 2 Cambodjaanse producties gingen er met de prijzen (beste vs runner-up) vandoor. Tot slot werd er nog wat Maleise propaganda vertoond om de Maleisiërs een meer saamhorigheidsgevoel te geven, wist Saskia te vertellen. Niet zo vreemd inderdaad in een land waar zoveel ik tot nog toe moeite heb met het vinden van wat nu eigenlijk echt Maleis is. Indiërs, Chinezen, locals en diverse soorten religie maken dit tot een mengelmoes dat zijn weerga niet kent.
Geheel solidair met de prijswinnaars besloten we de avond af te sluiten met een paar goeie cocktails in de Reggae Mansion waar binnen de techno snoeihard uit de speakers kwam zetten maar niemand danste en buiten de karaoke set tot het uiterste werd gedreven door een batterij aan valse lokale stemmen. Het was of dit, of de harde techno of een combinatie van beiden en het overmatige alcoholgebruik van veel locals waardoor de toiletten door zowel 'hem' als 'haar' overdadig bezocht werd om anti-peristaltisch het bier weer richting het riool te brengen. Waarna uiteraard weer vrolijk door werd gefeest.
Verlaten stranden in Taman Negara Pulau Pinang
De volgende dag mocht ik eerst weer even verkassen naar het Red Inn Cabana Boutique Guesthouse, ook maar weer voor 1 nacht een kamer. Daarna vonden we op aanraden van een andere reiziger het Rain Forrest Café waar heerlijke bagels met gerookte zalm en goeie koffie als ontbijt beschikbaar waren. Geweldig toch, die lokale authentieke Maleise lekkernijen!
Na het ontbijt namen we bus 101 naar Taman Negara Pulau Pinang. Een relatief klein national park, niet te verwarren met z'n veel grotere broer 'Taman Negara' iets meer naar het zuidoosten van Maleisië. Het park bestaat uit jungle / bos en geeft ook onderdak aan diverse kleine stranden. Een prima plek om een aantal uur goed bij te bruinen, iets wat tot dan toe door ontbreken van strand of zon nog niet was gebeurd. Dat beviel in elk geval prima met hooguit 6 andere toeristen op het zelfde strand.
Bij terugkomst in Georgetown leefden we ons uit bij een Red Garden Food Paradise waar diverse lokale top artiesten de zaal plat speelden. De toppers zouden er jaloers op geweest zijn, vooral de outfits hahaha! En op de laatste dag in Georgetown besloten we, nadat ik weer voor een nachtje terug kon naar het Red Inn Guesthouse, een scooter te huren en de Tropical Spice Garden te bezoeken.
Dat was weer even wennen om in een onbekende stad door een wirwar van auto's en andere scooters links te rijden, en zonder kaart de weg te vinden. Maar de borden hielpen prima en met een gematigd gangetje overleefden de de scootertocht dan toch weer.
De Tropical Spice Garden is een mooi park dat uit jungle/bos bestaat en vooral ook veel bijzondere tropische planten en kruiden. Bij de entree werd aangeraden om je goed in te smeren met beschikbaar gestelde insectenspray. Onderweg kwamen we nog een enorme hagedis tegen die plotseling het pad kruiste en niet veel later in een conflict situatie met een soortgenoot terecht kwam. Iets over de habitat of territorium van beide denk ik. Verder een heerlijke rustige omgeving. En na een lekkere Nasi Goreng Ayam aan het strand en het opvangen van de laatste zonnestralen aldaar trokken we 'huiswaarts'.
Richting de Thaise stranden
De volgende dag nog even snel een ontbijt naar binnen gepropt en vertrok Saskia naar Singapore voor Chinees nieuw jaar en mocht ik de bus naar Thailand in. Bij de Thaise grens werd een kerel uit Oman nog uit de bus gevist. Bleek niet over een bewijs te beschikken dat hij Thailand binnen 15 dagen ook weer zou verlaten. Een regel die op papier bestaat maar waar ik nog nooit voor om een uitreis bewijs ben gevraagd. De minibus chauffeur legde uit dat voor Zuidoost Aziaten en Europeanen dit ook geen issue is. Maar dat mensen afkomstig uit Arabische contereien daar nog wel eens om worden gevraagd. Blijft raar dat meten met 2 maten.
Maar ondertussen zit deze jongen op het Thaise eiland Koh Lipe uit te kijken over een turquoise gekleurde zee met een zacht briesje. Ik heb eigenlijk wel trek in een lekkere Masaman curry. Druk dus, tabee mensen!
Foto's zien? Check de foto's van deze reis door Maleisië.
- Brother Louis