
Gastvrije ontvangst in Colombo
Wat mag je verwachten van een land als Sri Lanka? Daar had ik normaliter best iets op kunnen bedenken. Maar door wat andere zaken die in de weken voor vertrek meer prio kregen, stapte ik vrijdag 15 januari met alleen een visum op zak aan boord van de rechtstreekse trein naar Brussel airport.
Voor een dichte deur op station Brussel Airport
Daar aangekomen bleken ik en nog wat reizigers het perron niet af te kunnen. Dat kwam door een blokkade van een soort OV-chip achtige poortjes. Geen personeel te bekennen verder om ons te helpen. Na wat gegil en gezwaai over de glazen muur, kwam een security mannetje ons vertellen dat we 'gewoon een Diablo toeslag moesten kopen'. Super duidelijk aangegeven natuurlijk...not. Die toeslag is een vorm van belasting die iedere reiziger mag aftikken voor het gebruik van de tunnel waar de trein doorheen rijdt. Best gek, want reizigers die naar de verder gelegen stations Brussel-Noord, Centraal en Zuid reizen, rijden ook door de tunnel en betalen die toeslag niet. De Belgische spoorwegen verrekenen de toeslag overigens gewoon in de ticketprijs. Suggestie voor de NS om dat ook te doen, dat scheelt een hoop onduidelijkheid. De toeslag blijkt al zes jaar te bestaan.
Anyway, zonder verdere toeslagen kwam ik aan boord van de Emirates boeing die me met tussenstop in Dubai naar Colombo, de commerciële hoofdstad van Sri Lanka, zou vliegen.
De vlucht was prima, uitstekend zelfs. Comfortabele stoelen, prima service en ik denk de beste maaltijd die ik ooit aan boord van een vliegtuig weggewerkt heb; een heerlijke Srilankaanse curry. Als dat aan boord van een boeing 777-300 al zo goed smaakte, hoe lekker zouden de verse curries in Sri Lanka zelf dan wel niet zijn?!
Waarom eigenlijk twee dagen Colombo?
Om direct na m'n vlucht een lekkere douche te kunnen nemen en even een power-nap te kunnen doen, had ik vooraf alvast twee nachtjes geboekt bij een etablissement met de illustere naam "Peace of Mind Residencies". Na wat zoeken in steegjes links en rechts van een drukke doorgaande weg, vond ik m'n slaapplaats. Althans, de grote metalen deur die mij toegang daartoe zou moeten verschaffen.
Na een keer of 3 bellen hoorde ik heueueul in de verte een krakerige stem door een speakertje in een betonnen paal om de hoek. Niet verstaanbaar door de voorbij trekkende ochtendspits van Colombo. Na een minuut of vijf werd ik door een luikje in de metalen poort bekeken door een stel vriendelijke ogen en ontvangen met een gebrekkig Engels klinkend "What you want?". Na een korte uitleg ging de poort open.
De geboekte kamer was vooral ruim, niet bepaald erg schoon maar dat werd meer dan goed gemaakt door de buitengewone gastvrijheid van de familie waar ik verbleef. Oma woonde direct naast me en deed wat Nederlandse oma's ook goed kunnen; de tv snoeihard zetten om er nog iets van te kunnen verstaan op je ouwe dag, hahah! Verder kon het arme mens blijkbaar geen woord meer uitbrengen en zat ze me vooral de hele tijd onderzoekend vanuit een schommelstoel uiterst vriendelijk aan te kijken zonder haar kunstgebit in te hebben.
Na wat inkopen gedaan te hebben stond er in mijn kamer, verstopt onder een krant, een fantastische maaltijd voor me klaar. "Some small Srilankan eateries to get to know the local cuisine" waren de begeleidende woorden. Hoe geweldig was dat!?
Colombo bruist, maar waar dan?
Na de lunch besloot ik de oude koloniale wijk "Fort" te bezoeken. Een gebied waar nog wat VOC overblijfselen te zien zouden moeten zijn. Ik heb er echter bar weinig van kunnen vinden. Ik heb überhaupt weinig gevonden van het enthousiasme waarmee Lonely Planet Colombo beschrijft. Ik vond de stad vooral erg uitgestrekt. En door het enorm drukke verkeer dat zich overdag als een metalen rups door Colombo slingert, kost het relatief veel tijd om bij de volgende bezienswaardigheid te komen.
Het goede nieuws is wel dat Colombo ondanks het verkeer een stuk relaxter oogt dan alle steden die ik in 2008 in India bezocht heb. Die twee vertonen als buurlanden toch wel wat overeenkomsten. En laat India nou net het enige land zijn waar ik tijdens een reis niet tot rust kon komen.
Verder kun je je wel degelijk goed vermaken in Colombo, je zitvlees wordt alleen wat op de proef gesteld tijdens een tuk-tuk of busritje door de dampende stadje. Zo kun je tegen zonsondergang Face Galle Green bezoeken. Face Galle Green is een soort Malieveld maar dan smal, lang en zonder demonstraties. Veel locals komen hier na werk met hun familie of vrienden een wandelingetje maken, nemen wat te knabbelen mee of doen zich te goed doen aan de lokale culinaire versnaperingen die bij tientallen foodcarts worden verkocht.
Viharamahadevi Park is nog zo'n lekker plekkie. In het grootste park van Colombo kun je fijn chillen op een kleedje, boekje erbij of in de schaduw lekker de binnenkant van je ogen bestuderen.
Uiteindelijk bleek het volledige weekend waarin ik Colombo bezocht, uit feestdagen te bestaan. Vrijdag en zaterdag een of ander Hindu-festival, en zondag iets voor de Buddhisten. Hierdoor waren veel bedrijven gesloten. Nu op naar de volgende bestemming, het stadje Galle dat op de Unesco Wereld Erfgoedlijst staat!
- Brother Louis